-
1 iets in tweeën breken
iets in tweeën brekenbreak something in two/in half————————iets in tweeën brekenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > iets in tweeën breken
-
2 in tweeën delen
in tweeën delen————————in tweeën delenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > in tweeën delen
-
3 dat blijft tussen ons (tweeën)
dat blijft tussen ons (tweeën)Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > dat blijft tussen ons (tweeën)
-
4 een stok in tweeën kappen
een stok in tweeën kappenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een stok in tweeën kappen
-
5 een van tweeën
een van tweeën -
6 het gaat tussen jullie tweeën
het gaat tussen jullie tweeënVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > het gaat tussen jullie tweeën
-
7 iets in tweeën/in drieën splijten
iets in tweeën/in drieën splijtensplit something into two/threeVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > iets in tweeën/in drieën splijten
-
8 in tweeën snijden
in tweeën snijdenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > in tweeën snijden
-
9 van tweeën één
van tweeën één -
10 wij tweeën/drieën
wij tweeën/drieënthe two/three of usVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > wij tweeën/drieën
-
11 zij kwamen met zijn tweeën
zij kwamen met zijn tweeënVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > zij kwamen met zijn tweeën
-
12 zij waren met zijn tweeën
zij waren met zijn tweeënVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > zij waren met zijn tweeën
-
13 twee
twee1〈de〉1 two♦voorbeelden:1 hij kreeg een twee voor zijn repetitie • ±he got an F for his test; he scored two out of ten for his test 〈 in Nederlandse cijferstelsel〉twee aan twee • in twos————————twee2〈 telwoord〉♦voorbeelden:dat kost twee gulden • that costs two guilderstwee keer per maand/week • twice a month/a weekeen stuk of twee • a couple oftwee weken • fortnight, two weeksik heb ze alle twee gezien • I've seen both of them/them bothbier en bier is twee • there's beer and beerdat is zo zeker als tweemaal twee vier is • that's as sure as two and two are four/eggs is eggsiets in tweeën breken • break something in(to) two (parts)zij kwamen met zijn tweeën • two of them camezij waren met zijn tweeën • there were two of themvan tweeën één • (it's) one or the other -
14 doorsnijden
doorsnijden♦voorbeelden:1 〈 figuurlijk〉 hij heeft de banden met zijn familie doorgesneden • he has severed/cut the ties with his family -
15 breken
1 [in stukken vaneenscheiden; een breuk doen oplopen] break ⇒ 〈 medicijnen, geneeskunde ook〉 fracture2 [een einde maken aan] break3 [van een geheel scheiden] break♦voorbeelden:vaatwerk/zijn been breken • break crockery, break/fracture one's legiets in tweeën breken • break something in two/in halftovermacht/verzet breken • break a spell/resistance3 er een uurtje uit breken • take an hour's break, break (off) for an hour2 [een doorgang/scheiding forceren] break♦voorbeelden:2 door/uit iets breken • break through/out of something -
16 delen
♦voorbeelden:1 bacteriën vermenigvuldigen zich door zich te delen • bacteria multiply by division/fissionin tweeën delen • divide in twohet verschil delen • split the differenceu moet kiezen of delen • you may take it or leave iteerlijk delen • share and share alikesamen delen • go halveseen kamer delen met • share a room with♦voorbeelden:iemand in zijn vreugde laten delen • share one's joy with someone1 [meevoelen] share♦voorbeelden: -
17 doorscheuren
-
18 doorzagen
1 [doorgaan met zagen] keep sawing, continue to saw2 [vervelend blijven doorpraten] keep/go/moan on (abouth something)II 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:¶ iemand over iets blijven doorzagen • force something down someone's throat; 〈 scherp ondervragen〉 give someone the third degree about something -
19 dubbel
dubbel1I 〈de〉II 〈 het〉1 [tweede gelijk exemplaar] duplicate♦voorbeelden:————————dubbel2♦voorbeelden:een dubbele bodem • a double/hidden meaningdubbele controle • double checkeen dubbele deur • a double doordubbele exemplaren • duplicate copieseen dubbele naam • a double-barrelled namedubbele ramen/beglazing • double windows/glazingeen weg met dubbele rijbaan • a two-lane roadeen lijn met dubbel spoor • double-track lineeen dubbel nummer • a double numberhij vroeg mij het dubbele van de prijs • he wanted double the price from meeen dubbel leven leiden • lead a double lifeII 〈 bijwoord〉2 [tweemaal] twice (as)♦voorbeelden:dubbel parkeren • double park(ing)hij ziet dubbel • he has double vision, he sees doublehij verdient het dubbel en dwars • he deserves more than his share, he deserves every bit of itquitte of dubbel? • double or quits?dubbel zo duur/veel • twice as expensive/muchdubbel zo hard werken • work twice as hard -
20 een
een1〈de〉1 one♦voorbeelden:————————een21 one♦voorbeelden:zich een (ge)voelen met de natuur • be at one with natureeen maken • uniteeen worden • become oneeen met • one with————————een31 one♦voorbeelden:er een laten vliegen • farter een pakken/nemen/drinken • have a drinkgeef me er nog een • give me another (one)/one moreje bent me er (ook) een! • you are a nice one!als er een is die het kan, dan is hij het • if anyone can do it, he can————————een4I 〈hoofdtelwoord; met klemtoon〉1 one♦voorbeelden:de/het een of ander • someone/something or otherik zal een en ander nog opzoeken • I'll check these things(noch) het een noch het ander • neither one thing nor the othervan de een naar de ander kijken • look from one to the othervan het een komt het ander • one thing leads to anotherde een zegt dit, de andere dat • some (people) say one thing, some anotherop (de) een (of andere) dag • some/one dayeen dezer dagen • one of these dayseen keer is voldoende • once is enoughelke stem is er een • every vote countselke cent is er een • a penny saved is a penny earnedelke cent is er een voor hem • he has to count his pennieseen en dezelfde • one and the sameniet een, geen een • not one, no onede weg is een en al modder • the road is nothing but mudzij is een en al oor/oog/glimlach • she is all ears/eyes/smileszij was een en al gastvrijheid • she was hospitality itselfhij was een en al zenuwen • he was a bundle of nerveshet is bij enen • it's almost one (o'clock)de op een na laatste, op een na de laatste • the last but onede op een na beste, op een na de beste • the second bestallen op een na • all except onehonderd tegen een • a hundred to oneeen van tweeën • one of two thingseen van beide(n) • one of themeen voor allen, allen voor een • all for one and one for alleen voor een • one by one, one at a time(je moet kiezen) het een of het ander • you can't have it both waysals één man • as one manop de een of andere wijze • one way or anothereen of ander meisje • some girl or otherII 〈rangtelwoord; met klemtoon〉♦voorbeelden:III 〈lidwoord; zonder klemtoon〉1 [onbepaald] a; 〈 voor klinker〉 an2 [categoriaal] a3 [ongeveer] a, some4 [in uitroepen] a, some♦voorbeelden:neem een Tedje van Es • take someone like a Tedje van Eseen duizend gulden • some thousand guilders4 een mensen dat er waren! • what a lot of people there were!wat een mooie bloemen! • what beautiful flowers!wat een mensen! • what a crowd!wat een idee! • what an idea!
- 1
- 2
См. также в других словарях:
De Havenzangers — were a Dutch musical group who had significant commercial success singing popular music in Dutch. They were founded in Apeldoorn in 1977, and had their first big hit with s Nachts na tweeën. De Havenzangers (lit., harbour singers ), who… … Wikipedia
René van de Kerkhof — Reinier Lambertus „René“ van de Kerkhof (* 16. September 1951 in Helmond) ist ein niederländischer ehemaliger Fußballspieler. Er spielte in der Eredivisie für den FC Twente aus Enschede und die PSV aus Eindhoven, mit der er mehrfach… … Deutsch Wikipedia
Willy van de Kerkhof — Wilhelmus Antonius „Willy“ van de Kerkhof (* 16. September 1951 in Helmond) ist ein niederländischer ehemaliger Fußballspieler. Er spielte in der Eredivisie für den FC Twente aus Enschede und 15 Jahre für die PSV aus Eindhoven, mit der er… … Deutsch Wikipedia
Schinken — 1. Besser ein alter Schinken, denn unreif ⇨ Kalbfleisch(s.d.). – Braun, I, 3870. 2. Das heisst die Schinken verderben, sagte der Kerl, als er gerädert werden sollte. Holl.: Je zult mijne schonken en bonken in tweeën slaan, zei de mof, en hij werd … Deutsches Sprichwörter-Lexikon